Tags
Werken als predikant staat onder druk. Wellicht dat iedereen deze verzuchting slaakt als hij de grenzen van zijn eigen vak nadert. Gras bij de buren, in regelmaat, waardering of doorgroeikansen, kan per definitie frisser ogen. En als ik bij mijn leest blijf, kan ik ook intens genieten van groene weiden: gesprekken in de diepte, Gods aanwezigheid die tastbaar wordt, de ups-and-downs die je deelt in het leven met de Heer. Maar bij tijd en wijle kan het dor en droog worden. Als je leegloopt op vermeende tekorten bij jezelf of ingebeelde verwachtingen bij de ander. Wat werken in de kerk zo mooi maakt, de hoogspanning rond God en geloof, vormt tegelijk het afbreukrisico bij kortsluiting. Was man liebt das neckt sich.
Om voor mijn ziel te zorgen, reisde ik in januari naar het trappistenklooster Abdij Onze Lieve Vrouw van Koningshoeven in Berkel Enschot. Drie etmalen deelde ik met negen collega’s het leven in het gastenverblijf van de monniken. Wat mij trok in de rétraite was de stilte: geen telefoon, mails of appjes die mij door de dag heen jagen. Even geen deadlines en vergaderingen. Tegenover leven op de seconde opende zich een zee aan rust en ruimte.
Want dat nieuwe ritme door de dag was voor mij een openbaring. Gestructureerd rond zeven tijden van gebed word je door de dag gedragen, van slapen naar bidden en werken. Midden in de nacht luidt de klok voor het eerst om vier uur. Dan loop je in het donker door de stille gangen naar de kapel en zie je monniken in hun witte pijen van de andere kant komen. Terwijl de wereld slaapt, begin je de dag met bidden van psalmen en luisteren naar evangeliewoorden. En midden in die eerste dienst gaan alle lampen uit en bid je vijftien minuten in stilte voor je uit. En dan ontvouwt de dag zich vervolgens, in zeven gebedstijden. Je zingt in veertien dagen door alle psalmen heen, je roept God aan en draagt de wereld aan Hem op. Tot en met de avond, als het tijd is voor de Completen, het gebed dat de dag afsluit. Met de zegen van de abt ga je slapen om de volgende dag dit ritme weer op te kunnen pakken.
Na een dag wennen en aarzelend meezingen, ging ik ernaar verlangen. Om de stem van God te horen in de liederen, de gebeden en de stilte. En dat probeer ik mee te nemen in het leven buiten de veilige kloostermuren. De stilte waarin ik eerst zelf mag ontvangen, Gods stem die ook mijn dagen draagt. Als een nieuw begin van vreugde in de Heer.