Preek over Exodus 6, 2-12 en 6,28-7,7 bij de start van de Corona-crisis. Gehouden op 15 maart 2020
Terug bij af. Een vader van een vriend van mij is overleden. Toen de kinderen zijn slaapkamer opruimden, deden zij een bijzondere ontdekking. In een la vonden zij 15 horloges. In de verpakking. Maar het werd nog gekker. De hele ruimte onder het bed was gevuld met blikken. Erwten- en bruine bonensoep. Het stond daar onaangeroerd. Want stel je voor… als er oorlog komt… Hun vader had WO II meegemaakt en wist wat honger was. Ergens leefde die angst in hem: stel je voor dat het weer gebeurt. Opgesloten in je huis. De tijd dat alles stil valt. De aanvoer. De distributie. Dan kun je toch maar beter wat in huis hebben.
Aan dit verhaal moest ik denken toen ik die foto’s zag van lege schappen in de supermarkt. Tegen alle adviezen vloog het WC papier de winkel uit. Het brood. En alle houdbare melk. Ik schrok daar best van, die massale paniek. Stel je voor dat alles stil valt. Dat alles wat vanzelf spreekt er niet meer is. En misschien denk je wel veel verder. Je gezondheid. De kinderen. Je toekomst…
Wat kan er in een week veel veranderen. Het ging zo lekker in Nederland. Nauwelijks werkloosheid. In veel sectoren kwam er geld bij. En dan ga je in een week terug naar af. Angst. Onzekerheid. Niemand die weet hoe dit afloopt.
Op zo’n moment ontmoeten we Mozes vanmorgen. Eerst is hij is door God geroepen. Er moesten heel wat zeilen bijgezet worden om Mozes te overtuigen. Jij moet de koning van Egypte vertellen dat ik Israël laat gaan. Nu is Mozes is teruggereisd naar Egypte. Enthousiast hebben de Israëlieten hem ontvangen, ze hoorden zijn boodschap en zien zijn stok in een slang veranderen. Wow, iemand die naar ons toekomt. God die naar ons luistert. Nog even en deze crisis, deze onderdrukking in Egypte, is voorbij…
Niet dus. Op alle fronten gaat het mis. Het beleefde verzoek aan Farao om Israël een paar dagen vrij te geven om God te dienen in de woestijn wordt keihard afgewezen. Wat een achterlijk idee van die schaapherders om die god van de Hebreeën te pleasen. Dat sla ik er wel uit. Ik verdubbel de workload, maar de productie moet gelijk blijven. Als mensen bang zijn voor de zweep, denken ze minder aan God.
En dat werkt. De angst voor Farao en zijn handlangers. Je werkt je handen kapot en valt uitgeput in slaap. Deze Farao snapt de piramide van Maslov. Als jij druk bent met overleven, zet je hogere gedachten of interessante levensvragen wel uit je hoofd.
En het werkt. Moedeloos zijn de Israëlieten. Teleurgesteld in Mozes. Teleurgesteld in God. Moedeloos. Ze hebben geen energie meer … als die bevrijding zo moet, Mozes, had ons dan gewoon met rust gelaten!!
Wat doet die crisis met Mozes zelf? Wat doe een crisis met jou? Eigenlijk heb je niets in handen. Hoe het afloopt. Of het stopt. Als je terug bij af bent. Mozes kan niets meer doen. Dat zegt hij ook. De twee hoofdrolspelers, de Israelieten en de Farao, luisteren niet naar mij. Deze crisis gaat niet opgelost worden door mensen. Een Farao die even soepel meebeweegt. Of Israëlieten die opstaan om eruit te breken. Het is een lockdown. Mozes loopt vast. En gooit de handdoek in de ring. Dit gaat niet lukken.
Terug bij af…
Geeft God zijn NAAM. Als iets duidelijk wordt in de coronacrisis is het dit: wat stelt onze zekerheid. Alles wat wij denken te beheersen. Weinig voor. Er hoeven maar een paar van die zekerheden te wankelen, of we veranderen net als Mozes in bange mensen. Die ruziën over de laatste rol WC papier.
Maar in deze crisis spreekt God. Mozes die daar met lege handen staat. Kan niet met een eigen oplossing de crisis te lijf. Maar God grijpt in. God zal zelf beweging brengen in alles wat vastloopt. Mozes, ga terug naar Farao. Je zult als een ‘god’ voor hem staan. Dat klinkt gek. Maar Farao zelf werd in Egypte als een god beschouwt. Met absolute macht. En daar plaatst God nu Mozes zo tegenover. God maakt er eerst een level playing field van. Dat heeft ook wel iets humoristisch. Tegenover de absolute heerser een herder met een spraakprobleem.
Maar het belangrijkste in de crisis is dit: Zeg tegen Israël: Ik ben de HEER, ik zal de last die de Egyptenaren jullie opleggen van je afnemen (Exodus 6,6). En even later: De Egyptenaren zullen beseffen dat ik de HEER ben (Exodus 7,7)
Dat is die wonderlijke NAAM die Mozes bij de roeping in de woestijn hoorde. Ik ben die ik ben. Ik zal er zijn. Mijn NAAM zegt alles. Nog voordat jij bestond was Ik er. Maar ook als je verder gaat, de toekomst tegemoet. Ben ik erbij. Dat is de kracht van die NAAM. Tegenover de weerstand van Mozes. Tegenover moedeloosheid van Israël. Tegenover onze angst. Zet God zijn NAAM. Ik ben er toch?
Het bijzondere is dat dit Bijbelboek, Exodus ook een andere naam heeft. In de Hebreeuwse Bijbel heet het boek ‘namen’, naar de eerste zin van het boek. Dit zijn de namen van de zonen van Israël (Exodus 1,1). Maar het is ook het Bijbelboek waarin die NAAM van God steeds verder uitgepakt wordt. Het is de NAAM die een weg baant uit de crisis, door de zee heen. Het is de NAAM die voor Israël uitgaat. De wolk die voor hen uitgaat. Het is de NAAM die God Mozes noemt, als hij een glimp van Gods glorie opvangt: HEER. HEER. God die liefdevol, genadig, geduldig, trouw en waarachtig is (Exodus 34,6). Wat een prachtige naam!!
Maar wat betekent Gods NAAM voor de crisis waar we nu in zitten? De crisis die zich als een vuur over de aarde verspreidt? Wat wil God ons duidelijk maken? Wat is Hij aan het doen? Ik denk dat je hier moet oppassen voor grote woorden. De een zegt dat het een straf van God is omdat de wereld hem losgelaten heeft. Maar geldt dat dan ook voor elke ziekte? En wordt de patiënt op de IC dan meer gestraft dan gezonde mensen die WC papier hamsteren? Een ander zegt dat het de ontmaskering is van alle menselijke hoogmoed en dwaasheid, in de laatste dagen voordat Jezus terugkomt. Dat onze zekerheden schudden. Dat voel je allemaal wel aan. Tegenover hoogmoed en dwaasheid is dit een kans om God te zoeken. Maar of dit het laatste stukje van de geschiedenis is… dat weet God alleen.
Hoe is Gods NAAM verbonden met deze crisis? Ik zoek het antwoord in die tweede Exodus. De uittocht van Jezus. Als Mozes en Elia aan Jezus verschijnen op de berg. En dan met Hem spreken over zijn Exodus, zijn uittocht, in Jeruzalem. Wat een wonderlijke Exodus is dat. Net als Mozes gaat hij voor ons uit. Niet een weg door de zee, maar een weg naar het kruis -plaatje-. En wat komt Jezus daarin dichtbij. Als de man van smarten, vertrouwd met ziekte. Wat komt hij dicht bij ons, benauwde en angstige mensen. Bij die eenzame oudere, die in Italië afgezonderd op sterven ligt in een ziekenhuisbed. Bij vluchtelingen in kamp Moria die nu aan hun lot overgelaten worden. Jezus die zelf de angst en macht van de hel in de ogen gezien heeft. Om ons hoop te geven. Om ons te bevrijden van angst. Een ziekte. Een virus. Zelfs de dood heeft niet het laatste woord. De naam van Jezus. God bevrijdt.
Als je door deze crisis terug bij af bent. Als je bang bent. Grote vragen hebt in deze veertig dagen voor Pasen. Ga op weg met die Naam. Een NAAM om te geloven. Een NAAM om op te hopen. Een NAAM om elkaar lief te hebben.